Van je projectleider heb je de startdocumenten gekregen. Daarin vind je de behoefteanalyse, het plan van aanpak, het functioneel en het technisch ontwerp.
Aan de hand van het technisch ontwerp maak je de documentatie over de structuur van de gegevensverzameling (datadictionary). Aan de hand van de rapportages bepaal je welke gegevens je gaat gebruiken bij de realisatie van de applicatie.
Leg een gegevensverzameling aan. Doe dat met de volgende stappen.
Het resultaat van deze opdracht is het volgende.
Het resultaat moet aan de volgende punten voldoen.
Het resultaat moet aan de volgende punten voldoen:
Een datadictionary is een beschrijving van de entiteiten met de velden en de relaties op databaseniveau. Bovendien wordt er op de verschillende onderdelen een toelichting gegeven. Zie het volgende voorbeeld:
Entiteit | Bestelling | |
---|---|---|
Definitie | Algemene factuurgegevens bij een bestelling door een klant | |
Attribuutnaam | Datatype | Toelichting |
Datum | Date | De datum waarop de bestelling is gedaan |
Factuurnummer | Varchar(15) | Factuurnummer bestaat uit de datum en klantnummer |
Relatie | Toelichting | |
R1 | Een bestelling wordt altijd door een klant gedaan. | |
R2 | Een bestelling bevat altijd een of meer bestelregels. |
Voor elke entiteit wordt een dergelijke tabel gemaakt.
Per tabel wordt de inhoud weergegeven zoals deze wordt opgeslagen.
Bestelling | |
---|---|
Datum | Factuurnummer |
2012-12-20 | 20121220156 |
.... | .... |
.... | .... |
2012-12-21 | 20121221367 |
Zorg ervoor dat onderlinge verwijzingen tussen tabellen juist zijn!
Geef een korte beschrijving van de software die gebruikt wordt om de gegevensverzameling te beheren. Beschrijf eventueel aanvullende modules die nodig zijn om de gegevensverzameling te kunnen beheren.
Het (SQL-)script maakt de structuur van de gegevensverzameling aan en zet de gegevens klaar die gebruikt worden bij het realiseren en testen van de applicatie. Het script moet leesbaar en te onderhouden zijn. Dat betekent dat er voldoende commentaar in je code moet staan en dat de lay-out van de code volgens de standaard moet zijn zoals je die gewend bent. Als niet duidelijk is volgens welke standaard je moet coderen, vraag dat dan aan je projectleider. Of gebruik de standaard van onderstaande voorbeelden.
--Maak tabel bestelling aan
create table bestelling (
datum date,
factuurnummer varchar(11),
primary key(factuurnummer)
);
--Voer gegevens in de tabel bestelling in
insert into bestelling(datum, factuurnummer)
values('2012-12-20', '20121220156');
...
...
insert into bestelling(datum, factuurnummer)
values('2012-12-21', '20121221367');
Aan de hand van het plan van aanpak en het functioneel en technisch ontwerp maak je eerst het kwaliteitshandboek in orde om daarna de applicatie of een gedeelte ervan te realiseren.
Realiseer de applicatie of een gedeelte ervan. Doe dat in de volgende stappen:
Het resultaat is (een gedeelte van) de applicatie, met alle onderliggende codes, die goed functioneert en volgens het ontwerp gerealiseerd is. Het kwaliteitshandboek is volledig ingevuld. Je hebt een technisch gesprek gevoerd.
Het resultaat moet aan de volgende punten voldoen.
Het kwaliteitshandboek bestaat uit drie onderdelen: 1 planning van de realisatie, 2 de realisatie en 3 wijzigingen na de realisatie.
In de planning staat een lijst met alle pagina's van de applicatie met daarachter de naam van de persoon die de pagina gaat maken en wanneer hij dat gaat doen. Deze lijst met pagina's is dezelfde als die in het functioneel ontwerp.
Planning van de realisatie | |||
---|---|---|---|
Pagina | Programmeur | Van | Tot |
Deze tabel moet helemaal ingevuld zijn voor het kwaliteitshandboek gebruikt kan worden tijdens de realisatie.
Daarna volgt de werkelijke realisatie.
Realisatie | ||
---|---|---|
Pagina | Programmeur | Klaar op |
In de kolom pagina staan de namen van alle pagina's. Als dat niet zo is, dan kan het kwaliteitshandboek niet tijdens de realisatie gebruikt worden.
Tot slot volgt een overzicht van de wijzigingen die zijn aangebracht nadat de pagina klaar was. Dit kan zijn naar aanleiding van de uitkomsten van de test. Een pagina kan diverse keren genoemd worden als er meer wijzigingen zijn aangebracht. Een ongewijzigde pagina zal in deze lijst niet voorkomen. Deze tabel vul je in tijdens het uitvoeren van opdracht 3.
Wijzigingen | ||||
---|---|---|---|---|
Naam bestand | Programmeur | Van | Tot | Wijziging |
Dit gesprek gaat over de techniek achter de applicatie. Tijdens dit gesprek is het de bedoeling dat je laat zien wat jouw kennis van programmeren is. Dit gesprek is bestemd voor vakgenoten. Met name voor de projectleider, zodat hij op de hoogte is van de gang van zaken en de gebruikte technieken tijdens het project. In dit deel gebruik je vaktaal.
In het technisch gesprek vertel je hoe het project is verlopen. Wat ging er goed? Welke problemen ben je tegengekomen? Welke oplossingen heb je gevonden? Ook kun je de technische werking uitleggen van die delen van de applicatie waaraan je gewerkt hebt. De projectleider zal vragen stellen naar aanleiding van de code die hij ziet of aan je vragen iets te laten zien.
De applicatie is of delen ervan zijn nog niet getest. Het kan dus voorkomen dat er fouten optreden tijdens het technisch gesprek. Dat is op zich niet erg, want de applicatie of delen ervan worden nog niet beoordeeld. Het gaat namelijk om je technische kennis. Bij een optredende fout moet je wel kunnen verklaren, aan de hand van de foutmelding, wat er fout gaat en hoe je het eventueel kunt oplossen. Ook dat heeft met je programmeerkennis en programmeervaardigheid te maken.
De applicatie is gerealiseerd en wordt nu getest aan de hand van de gegevens die bij opdracht 1 Gegevensverzameling zijn opgesteld.
Test de applicatie en breng eventueel verbeteringen aan. Doe dat in de volgende stappen:
De resultaten van deze opdracht zijn de volgende:
Het resultaat moet aan de volgende punten voldoen:
Het testrapport bestaat uit een testplan en testlog.
Het testplan bestaat uit een gegevensset en een lijst met te testen pagina's van de applicatie. De gegevensset bestaat uit de gegevens of een gedeelte ervan uit opdracht 1.
Bestelling | |
---|---|
Datum | Factuurnummer |
2012-12-20 | 20121220156 |
... | ... |
... | ... |
2012-12-21 | 20121221367 |
De gegevens van de pagina's die getest worden, worden overgenomen uit het functioneel ontwerp.
Naam pagina | Formulier | Functie | Afwijkend pagina ontwerp |
---|---|---|---|
Hoofdpagina | Nee | Belangstelling voor de website en voor de producten opwekken | Nee |
Productenpagina | Nee | Lijst met producten tonen waaruit de klant een keuze kan maken. | Nee |
... | ... | .... | ... |
... | ... | .... | ... |
Bestelpagina | Ja | Klant kan product bestellen. | Nee |
Het tweede deel van het testrapport bestaat uit een testlog.
Testlog | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Pagina | Datum test | Tester | Defect | Prioriteit | Verbeter actie | Datum actie | Afhandelaar |
Hoofdpagina | 2-12-2012 | Koos | - | 0 | |||
Producten pagina | 3-12-2012 | Koos | Pagina wordt te lang | 2 | Minder items op pagina | 20-12-2012 | Joke |
Bestel pagina | 3-12-2012 | Joke | Naam van klant wordt niet zichtbaar | 3 | Selectie query moet naar db gestuurd worden | 19-12-2012 | Peter |
De prioriteit van problemen wordt door middel van een getal
aangeduid.
0 = Geen prioriteit
1 = Lage prioriteit
voor een probleem waar niet meteen een oplossing voor hoeft te
worden gevonden.
2 = Prioriteit voor een probleem dat
opgelost dient te worden, maar waar voorlopig mee gewerkt kan
worden.
3 = Hoogste prioriteit voor een probleem dat
onmiddellijk opgelost dient te worden.
Aan de hand van deze indeling kun je bepalen welke problemen het eerst opgelost moeten worden.
Op elke regel waar in de kolom Prioriteit een 0 staat, hoeft geen verbeteractie ondernomen te worden. Waar op een regel een 1 staat, betekent dat er niet meteen een verbeteractie ondernomen hoeft te worden. Waar een 2 of 3 staat, dienen wel verbeteracties ondernomen te worden.