Interpersoonlijk & pedagogisch competent

De docent die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan studenten (individueel en in de groep) en aan het leerproces. Zo'n docent schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. Bijvoorbeeld, zo'n docent:

  • leidt en begeleidt
  • stuurt en volgt
  • confronteert en verzoent
  • corrigeert en stimuleert

De pedagogisch competente docent creëert een veilige leeromgeving in de klas en op school. Zo'n docent zorgt er bijvoorbeeld voor dat studenten:

  • weten dat ze er bij horen
  • weten dat ze gewaardeerd worden
  • op een respectvolle manier met elkaar omgaan
  • uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar
  • initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken
  • hun affiniteiten en ambities leren ontdekken en op basis hiervan keuzes kunnen maken met betrekking tot hun studie en hun loopbaan

Betekenis/belang

In ons studielandschap werken studenten veel individueel en in groepjes aan opdrachten. De rol van de docent is vooral gericht op de voortgang van het werk. In onze online leeromgeving (Classroom) geef ik het studietempo aan door middel van opdrachten met deadlines. In het begin zijn het kleine opdrachten gegroepeerd per hoofdstuk, waarbij iedere week een aantal moet worden ingeleverd. Zie bijvoorbeeld de cursus inleiding java waar ik in het eerste jaar mee begin.

In latere cursussen worden de opdrachten steeds uitgebreider tot projecten waar ze gedurende een gehele onderwijsperiode individueel of in teamverband aan werken. Zie bijvoorbeeld jsp/databases waar ik het eerste jaar mee eindig of de tweedejaars cursus Android die uitmondt in een project dat ze voor een echte opdrachtgever moeten doen. Het studiemateriaal - uitleg en bijbehorende opdrachten - is te vinden op een web-site en bij ieder hoofdstuk staan leerdoelen benoemd. In de les leid ik een (serie) opgave(n) in met wat korte uitleg en sta stil bij wat ze (moeten) kunnen als ze de opdrachten hebben gemaakt en de procedures rondom toetsing, herkansing, becijfering etc. Meestal maak ik daarbij gebruik van sheets die ik na afloop op Classroom zet. De les zelf neem ik op en de opname zet ik ook op Classroom zodat studenten het terug kunnen kijken.

Na afloop sta ik stil bij de leerdoelen en check of ze die hebben gehaald door vragen te stellen aan willekeurige studenten in de groep of individueel in een zogenaamd "technisch gesprek".

Praktijkopdrachten en praktijktoetsen van studenten bespreek ik altijd individueel in een technisch gesprek. Daarbij controleer ik of ze de code daadwerkelijk begrijpen, maar ook praten we over de studie en de voortgang en de vraag wat ze leuk vinden, wat voor stage hen leuk lijkt etc. De bedoeling van deze gesprekken is dat studenten weten dat ze gezien worden, dat ze er bij horen en leren om hun affiniteiten en ambities ontdekken.

Gedurende de tijd dat ze zelfstandig aan het werk zijn roep ik ze zo nu en dan in het instructielokaal om een moeilijke opgave of ingewikkeld onderdeel te behandelen waar veel studenten moeite mee hebben. Ik doe soms een stukje code voor of demonstreer de werking en leg uit hoe het werkt. Ook vraag ik studenten die er zelfstandig zijn uitgekomen om te vertellen hoe ze het hebben gedaan.

Als studenten individueel aan het werk zijn loop ik rond, knoop met iedereen een praatje aan en informeer hoe het gaat, geef tips, prijs ze als ze goed bezig zijn of spoor ze aan om aan het werk te gaan. Veel studenten vinden de stof moeilijk en gaan dan maar iets anders doen. Ik help ze dan even op weg door even samen een beginnetje te maken zodat ze verder kunnen. Bij problemen waar ze niet uitkomen probeer ik te stimuleren dat ze zelf nadenken. "Heb je al gegoogled?" is meestal de eerste vraag waar ik mee begin. Vervolgens probeer ik te stimuleren dat studenten verantwoordelijkheid nemen voor elkaar door ze in contact te brengen met studenten die hetzelfde probleem al hebben opgelost. Als ze er toch niet uitkomen gaan we er net zo lang voor zitten tot het probleem is opgelost. Ik probeer dan zoveel mogelijk door vragen te stellen de student zelf de oplossing te laten vinden.

De manier waarop wij onze lessen organiseren en de wijze waarop we stimuleren dat studenten elkaar helpen biedt veel ruimte voor individuele begeleiding. Volgens Bloom's 2 Sigma Problem (Bloom, 1984) presteert de gemiddelde student die één op één begeleid wordt 2 standaard deviaties beter dan studenten die klassikale instructie krijgen.

Programmeren is vooral een kwestie van complexe problemen stapje voor stapje oplossen. Dat vergt geduld, rust en concentratie en dat is wat ik in het contact met de studenten ook uit probeer te stralen. Ook buiten de les in de gang of op straat heb ik regelmatig een informeel gesprekje met studenten waarin ik me geïnteresseerd toon in wat hen bezighoudt en hen ook vertel wat mij bezig houdt. Ik ben (bijna) altijd opgewekt en vind het oprecht leuk om een band met studenten op te bouwen. Ik doe dit door studenten zoveel mogelijk als volwassenen aan te spreken en daarmee te appelleren aan hun volwassenheid. Als dit niet lukt spreek ik ze hier op aan maar probeer een verwijtende toon te vermijden. "Ik doe normaal, jij doet normaal" is mijn motto. Dit maakt dat ik ook met moeilijke studenten vaak wel een goede band heb. Door iemand als volwassene en niet als kind aan te spreken doe je een beroep op zijn volwassenheid en ik denk dat dat voor jongeren in de leeftijdsgroep van onze studenten heel belangrijk is.

Ebbens en Ettekoven(2013) noemen drie basisbehoeften die kunnen worden gezien als voorwaarden voor een goed leerklimaat.

  • Autonomie
  • Relatie
  • Competentie

Autonomie

Onze leerlingen moeten leren programmeren en daarvoor reiken wij hen tools en technieken aan. Er zijn echter talloze platforms en programmeertalen die ze kunnen gebruiken. Het kwalificatiedossier is geformuleerd in generieke eindtermen en tijdens het examen mogen studenten zelf bepalen op wat voor platforms ze de kerntaken maken en wat voor programmeertalen ze gebruiken. Uiteindelijk gaat het er dus om dat studenten zelf hun eigen weg zien te vinden.

Relatie

Ik ben altijd vroeg aanwezig in het lokaal en bij het binnendruppelen van studenten zeg ik tegen iedereen goedemorgen. Bij het opnemen van de presentie vraag ik vaak aan studenten of ze weten waarom een bepaalde student er niet is. Studenten komen ook vaak naar me toe om te vertellen dat iemand vertraagd is om één of andere reden. Ik doe hier dan niet moeilijk over en zet betreffende student niet te laat of afwezig. Van studenten verwacht ik dat ze zelfstandig leren werken en binnen de groep stimuleer ik zo veel mogelijk dat studenten elkaar helpen. Als dat niet spontaan gaat, dan help ik een handje door bijvoorbeeld een student er bij te roepen en hem te vragen om een medestudent even op weg te helpen.

Betere studenten probeer ik zoveel mogelijk uit te dagen omdat ze zich anders gaan vervelen.

Ben je gepiet?

Studenten die hun werk snel afhebben daag ik vaak uit met extra functionaliteiten die ik van ze vraag. Deze studenten ervaren het na verloop van tijd als een compliment als ik van ze vraag om een stapje extra te zetten. Dit werkt ook statusverhogend. Onlangs hoorde ik dat aan een student die iets extra's had moeten doen werd gevraagd door medestudenten of hij "gepiet" was, waarop hij trots vertelde wat ik van hem had gevraagd.

De code-Ninja badges zijn daar uiteraard ook een voorbeeld van.

Sommige studenten zitten bij ons niet op de goede plek. Het is een moeilijke opleiding waar je hard voor moet werken en het is redelijk snel duidelijk wanneer iemand hiervoor niet geschikt is. Met hen proberen mijn collega's en ik zo snel mogelijk in gesprek te komen om een oplossing te vinden. We proberen dit soort studenten zo snel mogelijk naar een andere studie waar ze wel op hun plek zijn te begeleiden. Vaak gaan dit soort studenten naar een doorstartklas, maar het kan soms lang duren voor ze hier terecht kunnen. We proberen er dan in ieder geval voor te zorgen dat ze de generieke vakken doen zodat ze toch nog wat verder komen. Er zitten op die manier ieder jaar wel een aantal studenten voornamelijk hun tijd uit te zitten. Ik probeer altijd dit soort studenten te laten merken dat het niet aan hen ligt, maar dat ze gewoon pech hadden dat ze de verkeerde studie hebben gekozen.

Competentie

Heel belangrijk is het dat studenten succeservaringen opdoen. Dit bewerkstelligen we door ze uitdagende opdrachten te laten maken. Vaak ontbreekt het hen nog aan voldoende zelfvertrouwen en vinden ze het moeilijk om een begin te maken dus daar wordt individueel of in de klas veel aandacht aan besteed. Als studenten een opdracht hebben voltooid zijn ze vaak trots op wat ze hebben gemaakt. Het is dan zaak om met hen naar hun code te kijken. We doen dit in de vorm van technische gesprekken waarbij de student uitlegt hoe hij het heeft aangepakt.

Situatie

Tijdens het eindexamen 2014 is een groepje van 5 studenten het niet eens met de gang van zaken. Het gaat om een opgave waarvan zij vinden dat niet van hen kan worden verwacht dat ze dat kunnen. De relatie tussen deze groep studenten en mijn collega's verloopt al langere tijd erg moeizaam en het minst of geringste leidt tot incidenten. Doordat ik ze als volwassenen behandel voelen ze zich door mij serieus genomen en regelmatig praat ik met ze over de gang van zaken.

Tijdens het laatste onderdeel van het examen stappen ze op hoge poten naar de lerarenkamer waar een lid van de examencommissie aanwezig is. Omdat het om een technische kwestie gaat heeft zij geen idee wat ze hiermee aan moet. De zaak loopt hoog op en de studenten dreigen het bijltje er bij neer te gooien. Omdat ik een goede band met de studenten heb denk ik dat ze wel naar mij zullen luisteren en ik wellicht in staat ben om de zaak te sussen. Ik ga de kamer binnen en leg hen rustig uit dat ze dit gevecht nooit en te nimmer gaan winnen, dat het helemaal niet zo moeilijk is als ze op dat moment denken en dat ze feitelijk bezig zijn om hun examen onnodig te verprutsen. Ze komen opnieuw met allemaal argumenten maar die weerleg ik door te zeggen dat hun medestudenten inmiddels al veel verder zijn en het probleem allang hebben opgelost en dat ze nu echt als de sodemieter aan het werk moeten gaan. Nog wat namopperend gaan ze terug naar het lokaal en vervolgen hun examen.

Ik denk dat ik de situatie kon oplossen omdat ik een goede band met de studenten had en ze mij vertrouwden. Ik heb de situatie en de alternatieven aan hen voorgelegd en hen dringend geadviseerd hun examen voort te zetten. Ik heb hen er van overtuigd dat het alternatief hoogstwaarschijnlijk een voor hen ongewenste uitkomst zou hebben. Ze hebben dit uiteindelijk van me aangenomen.

Situatie

Tiddo is een student die altijd haast heeft. Hij probeert zijn werk altijd zo snel mogelijk af te hebben en meestal lukt dat ook wel, maar soms staat die haast hem in de weg en levert het hem bijvoorbeeld letterlijk hoofdpijn op. Hij moet nog leren om tijdens het programmeren In The Zone - een staat van opperste focus en concentratie - te komen. Iedere ervaren programmeur weet wat ik hiermee bedoel en Tiddo gaat dit zeker ervaren. Op een gegeven moment komt hij naar me toe.
"Kunt u me helpen? Ik kom er niet uit. Ik heb al van alles geprobeerd"
Hij lijkt redelijk wanhopig. Natuurlijk wil ik hem helpen maar belangrijker vind ik dat hij leert om in dit soort situaties rustig en geconcentreerd te blijven en het probleem stapje voor stapje te analyseren om tot een oplossing te komen. Hij moet leren dat zijn gehaastheid er juist toe leidt dat het veel langer duurt om de oplossing te vinden. Ik vraag hem zijn code te laten zien en zie onderin het scherm een foutmelding.
"Heb je die gezien?"
Hij mompelt iets van ja maar klinkt niet erg overtuigd.
"Wat staat daar?"
"Ja iets met een NullpointerException."
"Wat betekent dat?"
"Dat iets er niet is."
"En waar gebeurt dat?"
Hij kijkt nog eens goed naar de foutmelding en merkt op dat de regel waar het fout gaat staat aangegeven. Als we naar de bewuste regel gaan is het probleem snel gevonden en opgelost. Ik vraag hem hoe lang hij hier mee bezig is geweest en hij antwoordt besmuikt: "paar uur".
Ik tover een brede grijns op mijn gezicht en hij moet er ook om lachen. Ik denk dat de boodschap wel voldoende is overgekomen en besluit het voor nu hierbij te laten.

Door Tiddo te helpen zelf het probleem op te lossen door een aantal vragen te stellen die het probleem blootleggen leert hij dat hij eigenlijk competent genoeg is om het zelf te kunnen, mits hij rustig de tijd neemt, goed kijkt en systematisch nagaat wat er fout gaat.

Situatie

Daniel is een licht autistische student van 21 die in voorafgaande studies de nodige problemen had. Bij ons voelt hij zich als een vis in het water. Niet alleen levert hij fantastisch programmeerwerk, ook voor generieke vakken presteert hij heel goed. En wat ik nog het belangrijkst vind: hij steekt veel tijd in het helpen van zijn medestudenten. Daniel is de eerste student die de gouden Ninja band heeft behaald. Maandenlang was hij bezig om aan alle eisen te voldoen en het is hem uiteindelijk gelukt.

Binnenkort moet hij op stage maar hij schuift dit steeds voor zich uit. Als een bedrijf dat veel stageplekken aanbiedt voor studenten die websites moeten produceren een presentatie geeft aan studenten geeft hij zich op, hoewel hij weet dat hij bij dit bedrijf niet veel gaat leren. Als mij dit ter ore komt roep ik hem bij me en ik en ik adviseer hem met klem om bij een bedrijf in Amsterdam te gaan solliciteren. Ik ken dit bedrijf omdat een oud student van ons hier werkt en ik weet zeker dat dit een goede plek voor Daniel is. Om wat druk op de zaak te houden draag ik hem op om voor het einde van de les een email te maken die we dan gaan bespreken.
"Knal gewoon wat op papier, denk er niet teveel over na, dan hebben we in ieder geval iets om te bespreken."
Als hij aan het eind van de les zijn email laat zien haal ik mijn collega er bij en gedrieën kijken we er naar. Na wat wijzigingen is de email verzendklaar. Nu moet er nog een CV worden gemaakt. We betrekken de lerares Nederlands erbij en vragen haar hier op korte termijn een les voor de hele groep aan te wijden.

Een week later zit Daniel in de sollicatieprocedure.

Situatie

Mitchell heeft een probleem met de installatie van een programma op zijn computer. Omdat ik niet zoveel tijd heb besluit ik om het voor hem op te lossen zodat hij verder kan met zijn opdracht. Terwijl ik met zijn computer bezig ben merk ik op dat hij een spelletje op zijn telefoon aan het spelen is. Het gaat hier om normen en waarden voor de hele groep dus reageer ik luidkeels zodat iedereen het kan horen:
"Jij hebt een probleem, ik help je en dan ga jij een spelletje zitten spelen? Ben je nou helemaal van de pot gerukt?"
Ik doe dit tamelijk theatraal zodat duidelijk is dat ik niet echt boos ben, maar wel een duidelijke boodschap af wil geven. Achteraf heb ik hem vriendelijk uitgelegd dat je dit zo niet kunt maken en hij gaf aan dat hij het wel begreep.

Sterkte/zwakte

Ik denk - met mijn collega's - dat dit mijn sterkste competenties zijn. Ik kan goed overweg met de studenten en weet een prettig leerklimaat te creëren in het lokaal.

Verder leren/ontwikkelen

Meer oog hebben voor studenten die niet zo zichtbaar zijn zoals mijn collega in het filmpje aangaf. Ik heb me voorgenomen om volgend jaar met de nieuwe groep eerstejaars het drierondjesmodel zoals dat wordt beschereven door Ebbens en Ettekoven (2013) consequent te gaan toepassen en dan vooral te letten op studenten die zich onzichtbaar maken.

Afgelopen jaar hebben we een training LOB gedaan die zich voornamelijk richtte op gespreksvoering middels het analyseren van video opnames van gesprekken met studenten. Wij als team hebben besloten om loopbaangesprekken te integreren met de technische gesprekken omdat we dit een natuurlijker moment vinden. Feedback op mijn filmpjes was dat ik zeker een goede band met studenten heb, maar dat ik vooraf meer kan nadenken over wat ik met een gesprek precies wil bereiken en bewuster met gesprekstechnieken om kan gaan. Daarbij is gezegd dat het met dit soort zaken vooral gaat om het maken van vlieguren. We blijven de gesprekken opnemen en hebben ons voorgenomen geregeld hier op terug te komen.

Bewijsmateriaal

Zie bovenstaande filmpjes:

  • fragmenten met m'n collega's
  • fragment individuele begeleiding
  • fragment student over autonomie
  • fragment technisch gesprek

Verslag lesbezoek Fenom

Begin 2016 is bureau Fenom ingehuurd om bij ons lesbezoeken af te nemen en middels feedback de kwaliteit van de lessen te verbeteren. Zij hebben een verslag van het bezoek gemaakt. Samengevat:

Kort samengevat zien wij dat Piet:

  • in deze les wil bereiken dat de studenten inzicht in en grip op hun leerproces krijgen;
  • aanspraak doet op de eigen verantwoordelijkheid van studenten;
  • leiding neemt op momenten dat het nodig is;
  • vriendelijk is en een band heeft met de studenten.
  • de les structureert en zo voorspelbaarheid en houvast creëert;
  • perspectief biedt aan de studenten.
Fenom: Mariena Wijnholds en Franka Jonker